Lang geleden leerde ik op school een gedicht van A.C.W. Staring. Het stond in ons taalboek en wij moesten het uit ons hoofd leren. Ik ben het nooit meer vergeten.
Ik vond het een leuk gedicht en mijn belangstelling was gewekt. Mijn vader kende ook iets van Staring en ik ging op zoek naar meer. Het bleek dat hij heel veel leuks had gemaakt.
Zeker geen saaie gedichten!
Het gedicht dat ik moest leren was Het kameleon.
- Het Kameleon
- Een Vreemdling wandelde aan de kust,
- Waar d' asch van 't groot Carthago rust:
- Daar kwam een tweede hem te moet,
- Als landsman ken'lijk, bij zijn groet.
- Met zet zich neer, en 't lijdt niet lang,
- Of 't reisverhaal is drok te gang:
- Elk brengt wilvaardig voor den dag,
- Wat raars of schoons hij zwervend zag.
- Tot A. begin: "Het koddigst Dier,
- Mij ooit bejegent, huisvest hier:
- Van maaksel schier een hagedis;
- Zijn staart - lang tien duim, naar ik gis;
- Zijn tong voor mug en vlieg te gaauw;
- En nu de kleur? denk! hemelsblaauw!"
- ""Blaauw! blaauw!"" smuilt B. "'k herken uw Beest;
- Maar, Vriend, dat is nooit blaauw geweest.
- Met hiet het een Kameleon.
- Ik vond het schuilend voor de zon
- In 't lommer van een dadelsbosch;
- Daar kroop het, net zo groen als 't mos!""
- "Noch boom, noch struik, een mijl in 't rond,
- Waar ik het MIJNE kruipen vond:
- Ginds; aan dien naakte puinhooptop.
- Het volle daglicht scheen er op;
- Geen mooglijkheid tot oogbedrog;
- En 't Beest was blaauw; dat zeg ik nòg!"
- ""Groen! groen! geloof mij!"" "'k zeg u blaauw!"
- ""Groen!"" "Blaauw!" Zoo gaat het; snaauw op snaauw.
- Men stampvoet, blikoogt, vloekt en zweert:
- De vriendschap was in grim verkeerd!
- Als, zie, een Derde Wandlaar kwam,
- Die reeds van ver hun twist vernam!
- Zijn woord is: "Heeren, kiest in mij
- Uw scheidsman! 'k Hoor tot geen partij.
- Bij 't lamplicht, ving ik, heden nacht,
- Het Dier, dat u aan 't kijven bracht,
- En draag 't in dit servet geknoopt,
- Naar Tunis, of 't er iemand koopt.
- Ik weet naauwkeurig wat ik ving:
- Zwart! gitzwart is het leelijk Ding!
- Is 't blaauw, of groen, dan sta ik klaar,
- En eet het op, met huid en haar!"
- Hier slaakt hij 't, en, voor zwart als git,
- Vertoont zich 't arme schepsel WIT! -
- Géén sprak er, dan 't Kameleon;
- Juist van een ras, dat spreken kòn'.
- Het sprak: "Goe Luidjes, hoort hoe 't is:
- Elk had gelijk, en elk had mis!
- De kleur, bij dieren van mijn slag,
- Verwisselt zesmaal op een dag.
- Doch laat mij nu in vrede gaan!
- 'k Bied u een raad, als losgeld, aan:
- Schijnt andren wat u krom scheen regt,
- Heet niemand daad'lijk dom of slecht."
- Frankensteinday
- Internationale dag voor de slachtoffers van gedwongen verdwijningen
- Internationale dag van de walvishaai
Dit kende ik niet (te lang).
BeantwoordenVerwijderenHij schreef ook andere, kortere. 'Bereisde Roel' is makkelijker te onthouden. ☻
Deze heb ik moeten leren, ik zeg hem nog zo op!
BeantwoordenVerwijderenJa Bereisde Roel heb ik al voor morgen klaarstaan.
En aangebrand.... is ook leuk. En nog een paar van 2 regels.
Hij heeft zulke leuke dingen gemaakt.... met vaak een verrassend eind.... familie van je?
Nee zeg, zo zou eerder mijn moeder schrijven. 🙂
BeantwoordenVerwijderenHahhaha
BeantwoordenVerwijderen